Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

De syntaxis van een eenvoudige Java applicatie

Alle Java programma's nemen een bepaalde vorm aan. De vorm die een Java applicatie aan kan nemen, wordt bepaald door de syntaxis, dit is de voorgeschreven vorm van programma-onderdelen. Java stelt hier strikte eisen aan. Een programma kan niet werken door bijvoorbeeld een vergeten ; . De eenvoudigste vorm voor een Java applicatie is:  import   packagenaam.Klassennaam ; ... public class Programmanaam  {     public static void  main (String [] args) {           variabelendeclaraties           opdrachten       } }    Het programma begint met importopdrachten voor alle bibliotheekklassen die gebruikt worden. Dit kan een lange lijst zijn, maar het kunnen er ook nul zijn. Voor de punt staat de naam van een package , een samenhangend geheel van de bibliotheek, die ook overeenkomt met een map in een filesysteem. Achter de punt staat de naam van de klasse die ...
Recente posts

Variabelen in Java

Een variabele kan opgevat worden als een hokje in het computergeheugen, waarin een bepaalde waarde onthouden kan worden en dat aangeduid wordt met een bepaalde naam. Iets abstracter: een variabele is een combinatie van een naam en een bijbehorende waarde. De waarde van een variabele kan tijdens de verwerking van een programma een of meer keer veranderd worden.  In Java moeten alle namen aan bepaalde regels voldoen. Dit geldt niet alleen voor de namen van variabelen, maar ook voor de namen van methoden of klassen. Ze moeten altijd beginnen met een letter, en mogen naast letters alleen cijfers of lage streepjes (_) bevatten. Sleutelwoorden (zoals new , of void ) mogen niet als naam worden gebruikt.  Verder is er een aantal afspraken of conventies, waar alle Java-programmeurs zich aan houden. Zo is het gebruikelijk om namen van klassen altijd met een hoofdletter te laten beginnen, en namen van variabelen en methoden altijd met een kleine letter. Wat ook een belangrij...

De Java API: Application Programming Interface

Java kent een grote bibliotheek met standaardklassen, deze heet de Java Application Programming Interface , in het kort de Java API. Hierin zijn allerlei klassen te vinden die je kunt gebruiken bij het programmeren, zonder dat je ze zelf eerst hoeft te schrijven. Je kunt ze gewoon importeren met een importopdracht. Het is erg belangrijk dat je als Java programmeur leert om informatie op te zoeken in deze bibliotheek. Deze hele bibliotheek is online te vinden . Om te zorgen dat je als beginnend Java programmeur niet wordt overvallen door alle informatie die je niet begrijpt, is een goede tip om de API te gebruiken om alleen te zoeken naar iets dat je op dat moment nodig hebt. Natuurlijk is het leuk om er ook een beetje in te bladeren, maar pas op dat je door de bomen het bos niet meer kan zien. De indeling van de Java API De Java API is opgebouwd in packages , en ieder package  bevat klassen die met elkaar samenhangen. Een erg belangrijke package  is java.util . ...

Hoe is een klasse in Java opgebouwd?

In deze blog zal ik verder in gaan op wat de code die je ziet staan in een Java klasse precies betekent en op hoe een klasse is opgebouwd. In het stukje over hoe je een Java klasse schrijft  kwam het voorbeeld van de klasse Dobbelsteen al voorbij. Dit voorbeeld zal hier weer worden gebruikt. Op de onderstaande afbeelding is hij nogmaals te vinden. Wat opvalt aan de code van de klasse Dobbelsteen is dat er in bijna ieder onderdeel public of private  staat. Wat betekent dit nou precies? De sleutelwoorden public en private zijn toegangsspecificaties, of niveau's van toegankelijkheid, en bepalen waar de desbetreffende onderdelen zichtbaar en toegankelijk zijn. Java heeft vier verschillende toegangsspecificaties: 0 - private : het attribuut of de methode is alleen toegankelijk vanuit programmacode die tot dezelfde klasse behoort. 0 - package/ geen specificatie: het attribuut of de methode is toegankelijk vanuit programmacode die behoort tot een klassendefinit...

Hoe schrijf je een klasse in Java?

In objectgeörienteerde programmeertalen, zoals Java, bestaat een functionerend programma uit objecten (instanties van klassen), die met elkaar samenwerken om de taak uit te voeren waarvoor het programma is geschreven. De programmeur dient de totale functionaliteit van het programma te verdelen over de objecten waaruit het programma gaat bestaan. In het algemeen wordt die functionaliteit gerealiseerd door objecten die methoden op elkaar aanroepen. Een belangrijk uitgangspunt voor een goed ontworpen programma is daarom om klassen te schrijven die ieder één goed gedefinieerde taak uitvoeren. Het streven is dus om een klasse één verantwoordelijkheid te geven. Dit komt de modulariteit van een programma ten goede door ervoor te zorgen dat het bestaat uit kleine, op zichzelf staande onderdelen die onafhankelijk van elkaar ontwikkeld en getest kunnen worden. Klassendiagram Wanneer je voor je programma een klasse gaat ontwerpen, kijk je naar welke attributen en methoden bij de...