In objectgeörienteerde programmeertalen, zoals Java, bestaat een functionerend programma uit objecten (instanties van klassen), die met elkaar samenwerken om de taak uit te voeren waarvoor het programma is geschreven.
De
programmeur dient de totale functionaliteit van het programma te
verdelen over de objecten waaruit het programma gaat bestaan. In het
algemeen wordt die functionaliteit gerealiseerd door objecten die
methoden op elkaar aanroepen. Een belangrijk uitgangspunt voor een
goed ontworpen programma is daarom om klassen te schrijven die ieder
één goed gedefinieerde taak uitvoeren. Het streven is dus om een
klasse één verantwoordelijkheid te geven. Dit komt de modulariteit
van een programma ten goede door ervoor te zorgen dat het bestaat uit
kleine, op zichzelf staande onderdelen die onafhankelijk van elkaar
ontwikkeld en getest kunnen worden.
Klassendiagram
Wanneer
je voor je programma een klasse gaat ontwerpen, kijk je naar welke
attributen en methoden bij de klasse horen en wat de verschillende
methoden zouden moeten doen om je klasse zijn taken te laten
uitvoeren.
Voordat
je begint met het schrijven van de code voor de klasse, kun je het
beste eerst een gedetailleerd klassendiagram maken. Een goede
voorbereiding is namelijk heel belangrijk, het voorkomt dat je dingen
over het hoofd ziet. In dit diagram schrijf je de namen van de
attributen en methoden van je klasse, en een constructor.
Je
hebt hiervoor verschillende details nodig:
0
- Voor alle attributen en methoden met een terugkeerwaarde moet je
het type (int, String, etc.) vastleggen. Ook moet je voor de methoden
die parameters hebben, de namen en typen van die parameters
vastleggen.
0
- Je moet een constructor ontwerpen, zodat je nieuwe
instanties (objecten) kunt creëren.
0
- De toegangsspecificatie van de attributen en methoden van de klasse
moeten worden vastgelegd. Doorgaans zijn de attributen private en
de methoden public.
Op
basis van het gedetailleerde klassendiagram kun je beginnen met het
schrijven van de code en de klasse implementeren. Vergeet ook niet om
commentaar toe te voegen aan de code van je klasse, zodat het
duidelijk is welke verantwoordelijkheid de klasse heeft binnen het
programma en wat de methoden precies doen. Dit is niet alleen handig
voor als een andere programmeur iets met jouw programma gaat doen,
maar ook voor jezelf. Als je het programma een tijd niet gebruikt of
er niet aan werkt, ben je vaak de details alweer vergeten. Door het
in een commentaar erbij te zetten voorkom je dat.
Er
volgt hier een kort voorbeeld van het schrijven van een klasse in
Java. Het gaat om de klasse Dobbelsteen die gebruikt kan worden in
een dobbelsteenapplicatie en heeft als functionaliteit dat de
gebruiker van de dobbelsteenapplicatie een worp moet kunnen doen en
het aantal ogen van de dobbelsteen moet kunnen opvragen. De klasse is
verantwoordelijk voor het genereren en toegankelijk maken van een
willekeurig getal groter dan of gelijk aan een en kleiner dan of
gelijk aan 6.
Het
klassendiagram van Dobbelsteen ziet er zo uit:
|
Dobbelsteen |
|
int ogen |
|
Dobbelsteen() int getOgen() void werp() |
En de code/implementatie van de klasse ziet er zo uit:


Reacties
Een reactie posten